Het spreken van een gezamenlijke taal

Werken met Fides op Kindcentrum de Plataan

Op Kindcentrum de Plataan werken wij met Fides, Fides betekent ‘vertrouwen’. Vertrouwen als kind, als leerkracht en ook als ouder in jezelf. Met de Fides methodiek willen wij via praktische en zichtbare manieren de kinderen inzicht geven in het eigen gedrag maar ook in het gedrag van de omgeving. Zo leren kinderen om te gaan met problemen en conflicten. Ze leren deze bespreekpaar te maken en samen te zoeken naar oplossingen. We leren hen om zaken te accepteren en te relativeren en proberen minder over zichzelf en elkaar te oordelen. Wij geloven erin dat kinderen, door de inzet van Fides, het eigen gedrag en denken daardoor beter leren begrijpen en dat dit zorgt voor rust bij ieder kind en voor meer verbondenheid in de groepen en de school.

Om deze taal goed zichtbaar te maken gebruiken wij symbolen. Met behulp van deze symbolen bespreken wij ons gevoel en daarmee ook ons gedrag. Fides is dan ook een taal, geen methodiek met bepaalde lessen maar een taal die je samen spreekt met als doel verbondenheid en begrip.

De symbolen zijn zichtbaar binnen de groepen en binnen de school. Ze zijn voor de kinderen en leerkrachten duidelijk en worden erbij gepakt wanneer dit nodig is om bepaalde dingen in de groep te bespreken. In de onderbouw komen alle symbolen voorbij en worden "de zaadjes geplant", in de middenbouw komen de symbolen echt aan bod en in de bovenbouw wordt er gewerkt aan inzicht en bewustwording.

Hieronder geven wij u meer inzicht in de symbolen van Fides, mocht u naast deze informatie toch nog meer informatie willen dan kunt u op school het ouderboekje van Fides komen halen of een kijkje nemen op de website van Fides.

100 % OKÉ

De basis van Fides is zelfacceptatie. Weten dat je er mag zijn en dat iedereen goed is zoals hij of zij is. We zijn goed zoals we zijn, we zijn allemaal 100% OKÉ.

De Ballon

Bij het werken aan zelfvertrouwen en opkomen voor onszelf, is het belangrijk om een goede houding aan te nemen. Dit is te leren door ons een ballon voor te stellen in onze borst. We kunnen ons een leeggelopen ballon voelen, dit noemen wij de 0 Ballon. We kunnen ons enorm opblazen en ons bijvoorbeeld stoerder voordoen dan dat we zijn, dit noemen wij een 10 Ballon. Het fijnste is het om een 1 Ballon te zijn. Een ballon met een beetje lucht erin maar die ook nog tegen een stootje kan en flexibel is. We leren de kinderen dat alle ballonnen goed zijn, het is echter het fijnst om als een 1 Ballon vol zelfvertrouwen je te kunnen gedragen en te reageren op een ander.

De Domino

De domino heeft eigenlijk te maken met groepsdruk. Het laat zien aan de kinderen wat meeloopgedrag is maar ook hoe je kan zorgen dat dat stopt. Met voldoende moed en zelfvertrouwen (met een 1 ballon dus) lukt het steeds beter om ons niet mee te laten voeren, maar om ‘eruit te stappen’.

De Sleutelbos

We zouden een probleem voor kunnen stellen als een gesloten deur. Om die deur te openen hebben we een passende sleutel nodig. Als we een bos vol sleutels hebben dan zit er bijna altijd wel eentje bij die past. We weten echter niet altijd meteen welke dat is. Aan de sleutelbos zit 1 grote sleutel, deze sleutel staat voor het vertrouwen dat er altijd een oplossing is. Samen gaan we zoeken tot we een goede sleutel gevonden hebben. Met de sleutelbos leren we kinderen ook samen problemen op te lossen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld de sleutelbos meenemen om samen te gaan zoeken naar een juiste oplossing bij een conflict. Ze leren zo meer eigenaar te worden en naar hun eigen rol te kijken.

OJÉE/OKÉE

Ons gedrag wordt erg bepaald door wat we denken. Door OJÉÉ en OKÉÉ gedachten te herkennen krijgen we inzicht in ons gedrag. We leren hierdoor anders te handelen en onzekerheden (OJÉÉ gedachtes) om te buigen naar het positieve (OKÉÉ gedachtes). Het OJÉË/OKÉÉ kastje in de klas kan kinderen helpen. Kinderen kunnen een briefje met een OJÉÉ in het kastje doen om er later samen als groep een OKÉÉ van te maken.

De Matroesjka

De Matroesjka is een hulpmiddel voor kinderen om aan zichzelf en anderen duidelijk te
maken hoe ze zich voelen. De Matroesjka kan kinderen helpen om aan te geven hoe diep iets bij hen binnenkomt. Kinderen kunnen zo inzicht krijgen in het eigen gevoel en in het gevoel van de ander. Voorbeeld: soms kan het overlijden van opa en oma helemaal tot in je kern (het kleinste poppetje) binnenkomen terwijl een ruzie misschien minder bij je binnenkomt omdat je weet dat het snel weer goed zal komen. De kinderen kunnen met het aanwijzen en gebruiken van de poppetjes snel inzicht krijgen in het eigen gevoel (en hier soms ook weer een OKÉÉ van maken).

De Rugzak

We hebben als het ware een onzichtbare rugzak op onze rug. De hele dag maken we dingen mee en dat levert, samen met onze gedachten, allerlei gevoelens op. Deze ervaringen en de betekenis die we eraan gegeven hebben, hebben invloed op ons gedrag. Het is daarom belangrijk om met anderen te delen wat er in onze rugzak zit. We leren dan begrijpen waarom we soms reageren zoals we reageren en dat we rekening met elkaars rugzak moeten houden.